maandag 30 maart 2015

Hamburger

Over dit woord kun je je van alles afvragen. Waarom heet het een 'burger'? En heeft dat iets te maken met 'burger' in de betekenis 'inwoner'? En wat heeft het trouwens met 'ham' te maken, als ham eigenlijk nooit een onderdeel van zo'n broodje uitmaakt? Vragen genoeg voor een blogpost over dit woord. Dus zet je schrap, want na het lezen van de uitleg zul je nooit meer hetzelfde naar een hamburger kijken.

Hamburg

De 'hamburger' heeft namelijk helemaal niks te maken met 'ham', en ook niet met een 'burger', maar is afgeleid van de Duitse stad Hamburg. Wie had dat verwacht! Halverwege de 19e eeuw namen emigranten uit Hamburg hun vleesgerecht mee naar de Verenigde Staten, waar het al gauw zou uitgroeien tot de meest geliefde snelle hap. Het werd toen nog de 'Hamburg steak' genoemd, maar dat werd al snel 'Hamburger steak' en werd daarna rond de eeuwwisseling ingekort tot 'hamburger'. Vanuit de Verenigde Staten is het gerecht uiteindelijk in Nederland gekomen na de Tweede Wereldoorlog. 

Cheese-, fish-, veggieburger

Jammer voor de grote gele M, maar de woorden die van 'hamburger' afgeleid zijn, hebben dus eigenlijk geen recht van bestaan. Dat ze er toch zijn, is te danken aan het feit dat 'hamburger' al gauw opgevat werd als een samenstelling van 'ham' en 'burger' (waartoe wij nu ook nog steeds geneigd zijn waren). Dit gebeurde overigens pas vanaf het begin van de jaren '30. Tja, je kan het ze niet kwalijk nemen. Maar jij weet nu beter, de volgende keer dat je je tanden erin zet en in stilte de Hamburgse emigranten dankbaar bent... :)  

maandag 23 maart 2015

Beslagen (ten ijs komen)

Eveline vroeg zich af waar het woord 'beslagen' vandaan komt. Waarom noemen we iets 'beslagen' als het met een vochtige waas bedekt is? Het is inderdaad best raar als je erover nadenkt, dus ik vond het een goed idee om het uit te zoeken. En om het gelijk maar helemaal af te maken, heb ik ook de etymologie van het spreekwoord 'beslagen ten ijs komen' even uitgezocht. Bedankt voor je suggestie Eveline!

Beslaan

'Beslagen' is natuurlijk het voltooid deelwoord van het werkwoord 'beslaan'. Dit was vroeger (1460) 'beslaen' en sloeg op het beslaan van de hoeven van paarden. Die werden met hoefijzers 'beslagen'. Maar ook eerder (1230) kwam het woord al voor, bijvoorbeeld in 'hi dů si beslůch in sine cleider' (hij sloeg toen zijn kleren om haar heen). Of in 'met goude beslegen', wat 'met goud beslagen, bedekt' betekende (1350). De grondbetekenis van dit woord is dus eigenlijk 'bedekken'. En daarvandaan is het verband naar 'beslagen ramen' niet meer zo moeilijk te leggen. Die ramen zijn namelijk ook 'bedekt' met iets.

Beslagen ten ijs komen

En hoe zit het dan met die uitdrukking? Nou, hier slaat dat 'beslagen' weer terug op het 'beslaen' van paarden. Paarden zouden zonder goede hoefijzers niet goed over ijs kunnen lopen. Maar als ze 'beslagen ten ijs kwamen', dus met goede scherpe hoefijzers, dan konden ze wel over het ijs lopen. Dan waren ze goed voorbereid. En dat is nog steeds de betekenis van de uitdrukking.

(O ja, en 'beslag' als in 'pannenkoekenbeslag' heeft natuurlijk niks met 'bedekken' te maken, dat heeft gewoon met 'slaan' te maken; je 'slaat' (klopt) namelijk door het mengsel heen om het te mengen...)

maandag 16 maart 2015

Staan en zitten (en onverwachte verbanden)

Aron vroeg aan mij of ik wilde uitzoeken waar de woorden 'staan' en 'zitten' vandaan komen. Dat wilde ik zeker, maar niet alle woorden hebben een bijzonder interessante etymologie. Want ja, wie vindt het nou interessant om te weten dat 'rond' is afgeleid van het Latijnse 'rotundus', wat precies dezelfde betekenis had? Ik had dus al bijna de hoop opgegeven voor deze woorden, maar toen kwam ik toch nog wel iets grappigs tegen wat zeker de moeite waard is.

Staan en zitten

Het woord 'staan' vindt zijn oorsprong bij verschillende dode talen. Bijvoorbeeld bij het Latijn. Daar zijn er zelfs meerdere woorden die met ons 'staan' te maken hebben: 'stare' (staan), 'sistere' (doen staan), 'statuere' (ook doen staan) en 'statio' (het stilstaan, standplaats). Het Griekse 'histanai' (stellen) is ook een voorbeeld van een woord dat aan het begin stond van ons woord 'staan'. Verder was er onder andere ook nog het Oudkerkslavische 'stati' (gaan staan, stil blijven staan, worden).
Het is opmerkelijk dat ook het woord 'zitten' is voortgekomen uit verschillende dode talen. In het Latijn was dat 'sedere' (zitten) en in het Grieks hebben 'hedra' (zetel) en 'hézesthai' (gaan zitten) ermee te maken. Maar ook het Oudierse 'saidid' (zitten) is er een voorbeeld van.

Onverwachte verbanden 

Als je deze blog vaker leest, zul je inmiddels vast wel doorhebben dat woorden vaak verband houden met andere woorden. Verbanden die je je meestal niet zomaar realiseert. En zo is dat met deze woorden ook. 
Van het woord 'staan' zijn namelijk onder andere de woorden 'stand', 'statig', 'omstandigheid' en 'opstand' afgeleid. Die zijn misschien nog vrij duidelijk, maar wat dacht je van het woord 'stad'? Of 'station', 'stal' of 'stam'? 
Hetzelfde geldt voor 'zitten'. Dat woorden zoals 'zadel' en 'zetel' daarvan zijn afgeleid is geen verrassing, maar heb je ooit gedacht aan 'bezadigd'? En ook van het Griekse woord 'hedra' (zetel) zijn sporen terug te vinden in Nederlandse woorden, in samenstelling met het Griekse 'kata' (neer, naar beneden). Denk aan 'katheder' en 'kathedraal'. Het Latijnse woord voor 'zitten' (sedere) is nog terug te zien in woorden als 'president', 'dissident', 'subsidie' en 'sessie'. En een wel heel opmerkelijk woord dat met het Latijnse woord voor zitten te maken heeft, is 'nest'. Dit was in het Oudgermaans 'nizdo' en is gevormd uit 'ni' (neder) en 'zdo',wat te maken heeft met 'sedere'. Het woord 'nest betekent dus letterlijk 'plaats waar een dier gaat zitten'. Dit zijn een paar voorbeelden, maar er zijn op deze manier vast nog meer woorden te vinden die een verband hebben met 'staan' of 'zitten'! Bedankt voor je suggestie Aron :)

maandag 9 maart 2015

Zo gek als een deur

Dit keer maar weer eens een uitdrukking. De derde vorm van beeldspraak alweer (de eerste twee staan hier en hier). Elianne was heel erg nieuwsgierig waarom we 'zo gek als een deur' zeggen. Zit hier nog een logica achter of is degene die dat zegt eigenlijk zelf gewoon zo gek als een deur?

Twee deuren

De ontwikkeling van deze uitdrukking is vrij ingewikkeld. Om het zo makkelijk mogelijk te houden, moet je eerst weten dat het woord 'deur' met de betekenis die wij nu kennen, afstamt van het Gotische 'dauro'. Het woord 'deur' dat in de uitdrukking 'zo gek als een deur' wordt gebruikt, komt echter van het Middelnederlandse 'dore'. 

Dore

Tot hier is het nog vrij logisch. Het probleem is alleen dat 'dore' in die tijd een homoniem was. Een woord met twee betekenissen. Het betekende niet alleen 'nar, zot', maar ook net als het Gotische 'dauro' gewoon 'deur'. Dit zie je nog terug in het Duitse 'der Tor', wat zowel 'dwaas' als 'deur' betekent. Door de eeuwen heen is het 'dore' in de uitdrukking verbasterd tot 'deur', wat hetzelfde woord is als dat wij afgeleid hebben van 'dauro' (volg je het nog?). Het lijkt nu misschien alsof wij nog maar één betekenis voor 'deur' hebben, namelijk 'iets dat open en dicht kan', maar eigenlijk is dit dus niet waar. De betekenis 'dwaas' bestaat ook nog steeds, namelijk in dit spreekwoord. Dat we die betekenis niet meer (her)kennen is vrij logisch omdat het maar zó ontzettend weinig gebruikt wordt. En daardoor krijg je dit soort vragen die zomaar in je hoofd opborrelen, waarom zeggen we dit of dat zo? In ieder geval is er nu weer één van die mysteries opgelost. Bedankt voor je suggestie Elianne!

maandag 2 maart 2015

Persoon

Als we het hebben over een 'persoon', of nog specifieker 'persoonlijkheid', dan bedoelen we daarmee een individu. Een mens met een eigen wil en karakter. Maar wist je dat de term 'persoon' oorspronkelijk alleen gebruikt werd in het theater en niet in het dagelijks leven? En dat het niet een mens aanduidde, maar een voorwerp?

Persona

Het woord 'persoon' komt van het Latijnse 'persona'. Dit is opgebouwd uit 'per' (door) en 'sona' (afgeleid van 'sonare', dat 'klinken' betekent). Met 'persona' werd het masker bedoeld dat acteurs op hadden. Daardoorheen klonk hun stem. 

Karakter

Je kunt je voorstellen dat van die betekenis 'masker' gemakkelijk de betekenis 'rol', of 'karakter' (in een toneelstuk) af te leiden was. Die laatste betekenis, 'karakter', heeft ertoe geleid dat wij met een 'persoon' nu een mens bedoelen en dat het woord uit de sferen van het theater gehaald is. Tegenwoordig is iedereen een persoon, ongeacht of je nou acteert of niet.