maandag 30 juni 2014

Leuk

Het woord 'leuk' kan in het Nederlands heel veelzijdig gebruikt worden. We kunnen het gebruiken om aan te geven dat we het naar onze zin hadden, maar ook om aan te geven dat we iets grappig vinden, of iemand aardig vinden, of zelfs dat we een oogje op iemand hebben. Bovendien kunnen we ook nog zeggen 'dat is leuk', waarvan ik niet eens weet hoe ik uit moet leggen wat dat betekent. De definitie van leuk is dus moeilijk in een paar woorden te omschrijven. Helaas helpt de oorspronkelijke betekenis van het woord 'leuk' ons ook niet echt, want die zaait eerder alleen nog maar meer verwarring!

Lauw

Het lijkt raar, maar 'leuk' komt oorspronkelijk van 'lauw'. In het Engels heb je dan ook de term 'lukewarm', dat 'halfwarm/lauw' betekent en waarin duidelijk de overeenkomst tussen 'luke' en 'leuk' te zien is. Ook is het verband tussen 'lauw' en 'leuk' in het Nederlands nog in sommige dialecten terug te zien. Zo wordt in Sliedrecht 'leuk water' gezegd als er 'lauw water' bedoeld wordt. 

Kalm

Toch werd in het Nederlands 'leuk' bijna niet met de betekenis 'halfwarm' gebruikt. Het werd in het Nederlands meer gebruikt voor personen en betekende dan zoiets als 'kalm, bedaard'. Dat is natuurlijk ook wel te verklaren, want lauw water voelt ook kalm: je schrikt niet van de kou of de hitte. Ook deze betekenis zien we nog terug in het Nederlands. Denk maar eens aan 'doodleuk' of 'leukweg', die allebei zoiets betekenen als 'kalm, nuchter, onverschillig'. Ook in 'zich leuk houden', dat 'zich van de domme houden' betekent, zien we het terug. 

Leuk

Maar hoe heeft de betekenis dan van 'kalm' naar 'aardig, grappig' kunnen gaan? Dat is inderdaad best raar. Maar in 'zich leuk houden' met de betekenis 'zich van de domme houden' zit al wel iets van de betekenis 'grappig', of 'grappenmakerij'. Langzaamaan is die betekenis 'grappig' de andere betekenissen gaan overheersen en werd het dus de dominante betekenis voor het woord 'leuk'. En natuurlijk was de overstap naar 'aardig' ook niet zo moeilijk te maken, als je iemand 'grappig' vindt, vind je hem namelijk vaak ook 'aardig'. Uiteindelijk werd 'leuk' nog algemener en werd het gewoon een woord dat gebruikt wordt om aan te geven dat iets positief is. Zo heeft een woord dat dus eerst simpel gebruikt werd voor halfwarme dingen bij ons een plekje weten te veroveren waarvan wij niet eens meer weten welk plekje precies, zo moeilijk is 'leuk' nu te definiëren.

maandag 23 juni 2014

Naijver en ijver

Op verzoek van Roel heb ik de etymologie van de woorden 'naijver' en 'ijver' uitgezocht. Alhoewel ze erg op elkaar lijken, hebben ze namelijk totaal verschillende betekenissen. 'Na-ijver' betekent 'jaloezie', maar 'ijver' betekent zoiets als '(grote) toewijding aan een iets'. Hoe zit dat met deze woorden?
Helaas was de informatie die bekend was over deze woorden niet heel erg uitgebreid, maar ik heb geprobeerd een zo helder mogelijk verhaal te krijgen over hoe het (mijns inziens) is gegaan.

Eifer

Beide woorden komen in ieder geval oorspronkelijk van het Duitse 'Eifer', dat 'jaloezie' betekende (er zijn al bronnen uit het jaar 1494). Door Luthers bijbelvertaling in de eerste helft van de 16e eeuw is het woord gangbaar geworden en kwam het tot de betekenis 'vurige, naijverige liefde', want dat verstond Luther onder het woord 'Eifer'. 'Jaloezie' zou je inderdaad ook kunnen interpreteren als een 'vurige liefde' voor iets, zo vurig dat je het zelf ook wilt.

Ontwikkeling naar onze betekenissen

Als een woord de betekenis 'vurige, naijverige liefde' krijgt, is het niet meer zo heel moeilijk om tot de betekenis 'toewijding' te komen. Als je ergens een vurige liefde voor hebt, besteed je er namelijk toch vanzelf veel tijd aan en is het toch iets belangrijks voor je? Het is dus eigenlijk niet gek dat de betekenis van 'ijver' van 'jaloezie', naar 'vurige liefde', naar 'toewijding' is gegaan.

Dan hebben we ook nog 'naijver', hoe zit het daarmee? Het woord 'naijver' is waarschijnlijk afgeleid van het werkwoord 'naijveren', dat sinds 1635 bestond (geïntroduceerd door P.C. Hooft). Dat werkwoord 'naijveren' betekende 'zich inspannen om iets of iemand na te streven'. Je bent dan dus 'ijverig' om iets of iemand 'na' te doen. Het zelfstandig naamwoord 'naijver' dat bij dit werkwoord hoort, betekent echter 'jaloezie'. Het woord 'naijver' heeft dus gewoon de oude betekenis van 'ijver' gekregen. Het verband tussen dat werkwoord en het zelfstandig naamwoord is niet heel moeilijk: je kunt inderdaad wel jaloers zijn als je probeert iets of iemand na te streven.

Eigenlijk is de betekenis van het woord 'ijver' dus veranderd door de jaren heen, maar is de oorspronkelijke betekenis van 'ijver' toch weer teruggekomen, namelijk in 'naijver'. Raar maar waar. Bedankt voor de interessante suggestie Roel!

maandag 16 juni 2014

Tompouce

Vandaag was er in het nieuws dat er aan de hand van (onder andere) de verkoop van oranjetompouces wordt gemeten hoe hoog de oranjekoorts in Nederland is. En wat blijkt? Nederlanders zijn nog helemaal niet zo heel erg bezeten van het voetbalfestijn als andere jaren. In de week voor het WK voetbal waren er zelfs minder oranjetompouces verkocht dan in de week voor Koningsdag. Niet zo indrukwekkend dus, alhoewel het na de overwinning op Spanje al wel wat meer toeslaat. Nu dus maar eens een verhaal over de achtergrond van de 'tompouce', om de bakkers eens een handje te helpen en mijn bijdrage aan de mentale steun voor het Nederlands elftal te leveren :).

Tom Pouce

Niet zo lang geleden in een land hier niet zo ver vandaan (Engeland) woonde er een jongetje, dat de naam Charles Sherwood Stratton (1838-1883) had. Alles ging goed, totdat hij zes maanden oud was, hij stopte opeens met groeien! Uiteindelijk is hij op latere leeftijd nog een beetje doorgegroeid en heeft een maximale lengte van 1,01 meter bereikt met een gewicht van 31 kilo. Op vierjarige leeftijd werd hij ontdekt door Phineas Taylor Barnum, de beroemdste Amerikaan van die tijd, van wie ook het gebruik van de naam 'jumbo' voor olifanten en grote dingen in het algemeen afkomstig is. Barnum had namelijk een circus en trainde Stratton als entertainer voor het publiek. Stratton was zijn eerste grote hit. Vooral met Strattons imitatie van Napoleon had hij veel succes. Barnum gaf Stratton de naam 'generaal Tom Thumb' (thumb = duim, uit het verhaal van klein duimpje). Tom Thumb kreeg een collega in Nederland (de Friese Jan Hannema), die zichzelf 'admiraal Tom Pouce' ('pouce' is de Franse vertaling voor 'thumb') noemde (hoe origineel...).

Tompouce

Het mag duidelijk zijn dat er een verband is tussen 'Tom Pouce' en het gebakje 'tompouce', maar jammer genoeg is het niet helemaal duidelijk hoe die overdracht is gegaan (ik weet het, erg teleurstellend)... Het lijkt een waarschijnlijk verhaal dat het gebakje in de tijd van Tom Thumb/Pouce zo genoemd is door een Amsterdamse banketbakker om het te onderscheiden van de grotere variant, maar ook dat valt weer te betwisten. De tompouce zoals wij hem kennen bestond toen namelijk al lang in Frankrijk. En dan zijn er ook nog de Italianen, die er zeker van zijn dat de tompouce zijn oorsprong rond Napels heeft, wat ook een oorzaak kan zijn voor het feit dat in andere talen een tompouce een 'napoleonbakelse' (Zweden), een 'napoleon/a nap' (Amerika), of een 'Napoleon' (Rusland) wordt genoemd. Maar wat dan wel weer opvallend is, is dat de Italianen het zelf een 'mille foglie' noemen, geïnspireerd door de Franse naam (millefeuille). Bovendien kan het 'napoleon' in de andere talen ook terugslaan op de imitatie van Napoleon door Tom Thumb.

Maar... wat is het nou?

Zoals ik al zei zijn er dus verschillende verklaringen voor en ik heb geen idee welke de ware is. Toch neig ik er zelf naar om de tompouce hoe dan ook te verbinden met Tom Pouce, het zou me namelijk niet verbazen als zo'n klein mannetje inderdaad in die tijd heel wat aandacht kreeg en voor heel wat inspiratie zorgde, ook bij de banketbakkers. En of het gebakje dan voor de eerste keer werd gemaakt in de tijd van Tom Pouce, of dat Tom Pouce alleen voor nieuwe inspiratie voor de naam zorgde, dat is mij om het even.

(Enne, als je nu ook zo'n zin hebt gekregen in een tompouce, ga dan dus allemaal voor die oranjetompouces en laat zien dat we wel wat trotser op het Nederlands elftal zijn dan de tot nu toe magere opbrengst van oranjetompouces doet denken!)

maandag 9 juni 2014

Secuur

Het woord 'secuur' lijkt qua uiterlijk heel erg op het Engels woord 'secure' (zeker/veilig). Toch betekent 'secuur' bij ons niet per se 'veilig', maar eerder 'nauwkeurig'. Waar zit dat verschil in?

Securus

'Secuur' is afgeleid van het Latijnse woord 'securus'. Dat woord was opgebouwd uit 'se' (zonder) en 'cura' (zorg) en betekende dus ook letterlijk 'zonder zorg', oftewel 'veilig'. Van dit woord zijn onder andere ons woord 'zeker', het Duitse 'sicher', het Engelse 'secure' en het Spaanse 'seguro' ook afgeleid.

Nauwkeurig

Maar hoe komen we nou bij de betekenis 'nauwkeurig' in plaats van 'veilig'? Op zich is ook dat vrij makkelijk te verklaren, maar je moet het even in de juiste volgorde zien. Het is namelijk zo dat 'secuur' niet van oorsprong 'nauwkeurig' betekende. Eerst betekende het ook gewoon 'veilig', daarna 'zeker, waarop je van aan kan' en als laatste pas 'nauwkeurig'. 'Secuur' kreeg dus niet opzettelijk 'nauwkeurig' als betekenis, maar het woord 'nauwkeurig' kreeg 'secuur' wel als synoniem. Als je namelijk nauwkeurig werkte, was je daarna 'zonder zorg' over je werk en voelde je je 'zeker' (secure). Daarom werd 'nauwkeurig' na verloop van tijd dus ook met 'secuur' aangeduid, wat wij nu nog steeds doen.

maandag 2 juni 2014

Zondvloed

Dit lijkt een makkelijk te verklaren woord. De zondvloed (uit het verhaal van de ark van Noach) was er toch immers als gevolg van de zondige mensen? Toch heeft dit woord oorspronkelijk niet iets met 'zonde' te maken.

Zond- = sin(t)-

De oudste vorm van dit woord in het Nederlands was dan ook niet 'zondvloed', maar 'sintvloed' (vanwege dat 'sint' is het woord waarschijnlijk ontleend uit het Duits). 'Sin' betekende zoiets als 'groot, altijd, voortdurend'. In het Nederlands heb je in plaats van 'sin' het voorvoegsel 'zene-/sene-', maar dat bestaat alleen nog in de plantennaam 'zenegroen', dat 'altijd groen' betekent.

Grote vloed

Letterlijk gezien betekent 'zondvloed' dus 'grote/aanhoudende vloed'. Maar door hoe het verhaal over de zondvloed in Genesis beschreven staat was er een associatie met zonde en werd het woord door volksetymologie al vroeg vervormd van 'sintvloed' naar 'zondvloed'. Dit is ook goed te zien in het Duits: het woord veranderde van 'Sintvluot' naar 'Sündflut'. Toch grappig wat interpretaties en associaties allemaal kunnen veroorzaken.