Ham
Hoewel het vaak wordt gedacht, heeft het woord in ieder geval niet iets te maken met ham: vlees. Het 'ham' in 'boterham' komt namelijk van een ouder woord 'hamme' (rond 1600), dat 'afgesneden stuk eten' betekende. Waar dit 'hamme' weer vandaan komt is niet helemaal duidelijk, maar het kan komen van een ander woord 'ham' dat vroeger 'weide, landstreek, landtong, hoek' betekende. Van die betekenis 'hoek' kan makkelijk de betekenis 'stuk, homp, brok' afgeleid worden, en vandaar 'afgesneden stuk eten'.
Boter
Als 'ham' dus 'afgesneden stuk eten' betekent, waarom zeggen we dan niet 'broodham', maar 'boterham'? Dat heeft te maken met het feit dat woorden waar 'boter' in zit, vaak de betekenis 'met boter bereid' of 'beboterd' hebben. Denk bijvoorbeeld maar aan 'botersprits'. Een 'boterham' is dus letterlijk 'een met boter besmeerd stuk (brood)'. Blijkbaar werd brood op die manier gegeten toen het woord ontstond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten