Beslaan
'Beslagen' is natuurlijk het voltooid deelwoord van het werkwoord 'beslaan'. Dit was vroeger (1460) 'beslaen' en sloeg op het beslaan van de hoeven van paarden. Die werden met hoefijzers 'beslagen'. Maar ook eerder (1230) kwam het woord al voor, bijvoorbeeld in 'hi dů si beslůch in sine cleider' (hij sloeg toen zijn
kleren om haar heen). Of in 'met goude beslegen', wat 'met goud beslagen, bedekt' betekende (1350). De grondbetekenis van dit woord is dus eigenlijk 'bedekken'. En daarvandaan is het verband naar 'beslagen ramen' niet meer zo moeilijk te leggen. Die ramen zijn namelijk ook 'bedekt' met iets.
Beslagen ten ijs komen
En hoe zit het dan met die uitdrukking? Nou, hier slaat dat 'beslagen' weer terug op het 'beslaen' van paarden. Paarden zouden zonder goede hoefijzers niet goed over ijs kunnen lopen. Maar als ze 'beslagen ten ijs kwamen', dus met goede scherpe hoefijzers, dan konden ze wel over het ijs lopen. Dan waren ze goed voorbereid. En dat is nog steeds de betekenis van de uitdrukking.
(O ja, en 'beslag' als in 'pannenkoekenbeslag' heeft natuurlijk niks met 'bedekken' te maken, dat heeft gewoon met 'slaan' te maken; je 'slaat' (klopt) namelijk door het mengsel heen om het te mengen...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten