maandag 29 september 2014

Seizoen

Het is alweer een weekje herfst, een nieuw seizoen. De een heeft het liefst het hele jaar door hetzelfde seizoen, en voor de ander is de afwisseling van de seizoenen juist welkom. Een seizoen wordt ook wel een 'jaargetijde' genoemd, wat eigenlijk een veel normaler woord is voor ons, want 'seizoen' is eigenlijk best wel een onduidelijk woord. Hoe komt het aan deze vorm?

Seison

Om meteen maar even iets duidelijk te maken: 'seizoen' heeft niets met een zoen te maken. Het komt namelijk uit het Frans van 'saison' en het nog oudere Franse 'seison'. Die Franse woorden hadden onder andere de betekenissen 'tijdsverloop', 'geschikte tijd van het jaar' en 'jaargetijde'. Omdat het uit het Frans kwam werd vroeger in het Nederlands dan ook eerst 'saison', 'saisoen' en 'saizoen' geschreven. Dit klinkt natuurlijk vrijwel hetzelfde als 'seizoen', waardoor de spellingsverandering makkelijk heeft kunnen plaatsvinden.

Satio

Dit Franse 'seison' komt echter van een nog ouder woord, het Latijnse 'satio'. Dit betekende 'het zaaien', van het werkwoord 'serere', 'zaaien'. Naast de betekenis 'het zaaien', had het ook wel de betekenis 'zaaitijd'. Oorspronkelijk heeft het woord 'seizoen' dus maar één seizoen aangeduid, het zaaiseizoen, maar later is het op alle vier de jaargetijden toegepast en heeft het voor ons dezelfde betekenis als 'jaargetijde' gekregen. Het woord 'zaaiseizoen' is nu trouwens gewoon een normaal woord geworden, terwijl dat letterlijk genomen dus eigenlijk een soort pleonasme is. Toch wel grappig hoe taal kan veranderen. :) 

maandag 22 september 2014

Sinister

Sommige woorden hadden oorspronkelijk een heel normale/neutrale betekenis, maar hebben door de jaren heen een positieve of juist negatieve bijklank gekregen. Denk bijvoorbeeld aan 'wijf', wat in de Middeleeuwen een heel normaal woord was voor 'echtgenote' (en dat is het nog steeds in het Engels), maar nu een hele negatieve lading in het Nederlands heeft. Ook 'stout' is zo'n woord. Vroeger betekende het 'moedig', maar door de eigenschap van het trotseren van iemand, en dus de associatie met eigenzinnigheid, werd 'stout' zijn steeds meer als ondeugd gezien. 'Sinister' is ook een woord wat een interessante betekenisverandering heeft doorgemaakt.

Links

Oorspronkelijk betekende dit Latijnse woord namelijk gewoon 'links, aan de linkerzijde'. Dit komt misschien van de Griekse gewoonte om zich bij het doen van voorspellingen naar het noorden te keren, waardoor het oosten, de gelukbrengende kant, aan de rechterhand kwam en daardoor het westen als de ongunstige kant werd gezien. Op die manier heeft de betekenis van het woord 'sinister' zich dan tot 'onheilspellend' kunnen ontwikkelen. Dit is echter niet helemaal zeker.

De bijklank van links

Maar hoe het ook zit met 'sinister', het hele verhaal rondom 'links' is gewoon een beetje vaag. Op de één of andere manier geeft de mens de voorkeur aan rechts. Denk bijvoorbeeld ook aan de uitdrukking 'iemand links laten liggen', waar ook in naar voren komt dat links de ongunstige kant is. En vooral vroeger werd een kind dat linkshandig begint met schrijven vaak aangeleerd om rechts te gaan schrijven. Ook in het verhaal rond het 'je linkerhand gebruik je op het toilet en je rechterhand bij het eten' dat in sommige culturen erg belangrijk is, zien we dat de linkerhand ondergeschikt moet zijn aan de rechterhand. Denk tot slot ook aan het woord 'link' dat 'gevaarlijk' betekent en ook in verband staat met 'links'. Ik denk dat het inmiddels gewoon een beetje in ons systeem zit ingebakken dat we links ongunstiger vinden. Al bedoel ik daarmee natuurlijk niet de politieke partijen die we links noemen, dat is weer een heel ander verhaal. ;)

maandag 15 september 2014

Bessen, -bozen en -beien

Erik stuurde me een mailtje met de vraag of het 'boos' in 'framboos' en het 'bei' in 'aardbei' iets te maken hadden met 'bes'. In andere talen (zoals het Engels of Noors) hebben frambozen en aardbeien namelijk wel het woord voor 'bes' in hun naam (denk aan strawberry), maar in het Nederlands niet. Goeie vraag! Ik heb het voor je uitgezocht.

Bes

Ik begin maar bij het begin: waar komt het woord bes vandaan? 'Bes' komt van het oude woord 'basja'. Dit is een proto-Germaans woord, dus niet daadwerkelijk in geschriften gevonden, maar gereconstrueerd op basis van onderzoek en het vergelijken van verschillende talen die van de Germaanse tak zijn afgeleid. Van dat 'basja' zijn verschillende vormen afgeleid, zoals 'bees' of 'beze' (die allebei alleen nog in dialecten voorkomen), maar ook 'bezie', 'berie', 'ber' en uiteindelijk dus onze 'bes'. Mogelijk heeft dit 'basja' connecties met het Latijnse woord 'baca' (bes).

Framboos

Als we kijken naar de herkomst van 'framboos', is in ieder geval met zekerheid vast te stellen dat het uit het Frans komt, van het woord 'framboise'. De verdere herkomst is niet helemaal zeker, maar waarschijnlijk komt dat Franse woord van een Frankisch woord: 'brambesi' (letterlijk 'braambes'). Dit woord is samengesteld uit twee delen die corresponderen met 'braam' en 'bezie'. De f is er waarschijnlijk in geslopen onder invloed van het Oudfranse 'fraie' dat 'aardbei' betekende. Het 'bezie' (dat het Frans naar haar eigen taalregels heeft vervormd naar 'froise') zagen we net al in de etymologie van 'bes' voorbijkomen. Het 'boos' in 'framboos' heeft dus zeker wel met ons woord 'bes' te maken, ook al is dat op het eerste gezicht niet zo duidelijk als in andere talen.

Aardbei

De herkomst van 'aardbei' is niet zo moeilijk. Vooral het eerste deel 'aard' is vrij duidelijk: de aardbei groeit namelijk dicht bij de aarde. Het tweede deel 'bei' is afgeleid van het Oudfranse woord 'baie' (bes), dat weer afgeleid is van het Latijnse 'baca'. Ook hier zien we dus dat het 'bei' in 'aardbei' ook zeker wat met 'bes' te maken heeft. Bovendien waren andere namen voor 'aardbei' vroeger 'erdbere', 'ertbesie' of 'eertbese'. Hier zie je ook weer goed de etymologie van 'bes' en het woord 'bes' zelf in terug.

Conclusie

Kortom, het Nederlands is hierin niet echt anders dan andere talen. Ook in het Nederlands hebben frambozen en aardbeien wat te maken met bessen. Alleen doordat er zoveel verschillende woorden voor 'bes' in het Nederlands waren en niet alle woorden met een vorm van 'bes' zich op dezelfde manier ontwikkeld hebben, is er in het Nederlands een minder duidelijke relatie tussen woorden met een vorm van 'bes' en het woord 'bes' zelf dan bijvoorbeeld in het Engels. Aan de ene kant jammer, maar aan de andere kant toch leuk om een stukje van de geschiedenis van een woord nu nog in dat woord terug te kunnen zien.

maandag 8 september 2014

Rabarber, rozemarijn en sperziebonen

Ook in de wereld van voedsel zijn er woorden die een verhaal bij zich hebben. Rabarber, rozemarijn en sperziebonen zijn daar voorbeelden van. Alle drie zijn het vrij aparte woorden. Hoe zijn ze aan die vorm gekomen?

Rabarber

Ons woord 'rabarber' is ontleend uit het middeleeuws Latijnse 'r(h)eubarbarum', later 'r(h)abarbarum'. Dit woord bestond dus uit 'rheu/rha' en 'barbarum'. Die twee woorden kwamen uit het Grieks. Het eerste lid kwam van het Griekse woord 'rha/rheon', dat op zichzelf al 'rabarber' betekende, en het tweede lid betekende 'vreemd/onbeschaafd'. Waarschijnlijk betekende het woord letterlijk dus zoiets als 'vreemde/buitenlandse plant'. Maar sommige geleerden denken dat het eerste lid 'ra' te maken heeft met de oude naam voor de rivier de Wolga, 'ra', wat dan in het woord zou zitten doordat de rabarber via de Wolga werd aangevoerd of in het gebied voorkwam waar de Wolga liep. 

Rozemarijn

'Rozemarijn' komt van het Oudfranse 'rosmarin', wat weer ontleend was aan het Latijnse 'ros marinus'. Ook dit woord bestaat dus weer uit twee delen. Het betekende letterlijk 'dauw van de zee'. Het tweede deel verwijst ernaar dat deze plant oorspronkelijk vooral in kustgebieden voorkwam. Waarom het eerste lid, 'dauw', erin zit is minder duidelijk. Misschien heeft het te maken met de zilvergrijze beharing van de onderblaadjes, of met de kleur van de bloemetjes, of met de verfrissende geur die het kruid afgeeft. Dat 'rosmarin' in het Nederlands is verbasterd tot 'rozemarijn' is gekomen door volksetymologie, door associatie met het woord 'roos'. Waarschijnlijk heeft hier sowieso de aangename geur wel een rol gespeeld. 

Sperziebonen

Ook dit derde woord is gevormd uit twee delen: 'sperzie' en 'boon'. Dat 'sperzie' is afgeleid van 'asperge'. De bonen werden vroeger dan ook wel 'aspergieboontjes' genoemd. De bonen hebben deze naam gekregen omdat ze opgediend werden op dezelfde manier als voor asperge gebruikelijk was, met gesmolten boter en nootmuskaat, zo blijkt uit een achttiende-eeuws kookboek.

maandag 1 september 2014

Misschien

Er zijn van die woorden waar je vroeger als kind eeuwen over deed om ze goed te leren spellen. 'Misschien' is daar één van. Dubbel s of één s, g of ch... Het viel allemaal niet mee. Gelukkig weten we inmiddels allemaal hoe we het spellen, het is namelijk een veel gebruikt woord in het Nederlands. Maar hoe is dit woord aan zijn rare vorm gekomen?

Mach schien

In andere talen zie je nog goed de betekenis van het woord in het woord zelf terug. Bekende voorbeelden daarvan zijn het Engelse 'maybe' en het Franse 'peut-être'. Allebei betekenen ze letterlijk 'kan zijn/gebeuren'. Maar ons 'misschien' komt nog niet eens in de buurt van 'kan zijn'. Toch is het oorspronkelijk ook zo opgebouwd, namelijk uit 'mach schien'. Dat betekende letterlijk 'mag gebeuren', oftewel 'kan zijn/gebeuren'. Deze hele oude vorm is al in de dertiende eeuw terug te vinden.

Mas-, mes-, mis-?

Inmiddels is dat 'mach schien' wel erg veranderd. Zo werd het 'chsch' geassimileerd in 'ssch'. Ook ontstonden op de eerste lettergreep gemakkelijk variaties, doordat die lettergreep onbeklemtoond was. Het woord ging van 'masschien', naar 'messchien', naar 'misschien'. Dat laatste is mogelijk gebeurd onder invloed van het woord 'misschien' dat al langer bestond, maar een andere betekenis had, namelijk 'gebeuren (van ongelukkige voorvallen)'. Pas in de zeventiende eeuw werd 'misschien' de algemene spelling en dat is het nu nog steeds, helaas voor alle kinderen in Nederland die leren schrijven...