... '-el' of '-er' dat toegevoegd is aan de stam van een werkwoord in het Nederlands vaak gelijk is aan 'het herhaaldelijk uitvoeren van een handeling'? Dit heet een frequentatief.
Een paar voorbeelden:
- 'huppelen' = 'herhaaldelijk huppen'
- 'stotteren' = 'herhaaldelijk stoten' (wat je letterlijk met je stem doet als je stottert)
- 'hinkelen' = 'herhaaldelijk hinken'
- 'hakkelen' = 'herhaaldelijk hakken' (wat je dus met een zin doet als je hakkelt)
Denk bijvoorbeeld ook aan 'trappelen' en 'klapperen'. Zelfs bijvoorbeeld 'luisteren' komt van een oud woord 'luisten' wat wij al niet meer kennen, maar wat je nog wel in het Engels ziet: to listen.
Niet elke frequentatief heeft echter een werkwoord waar het vandaan komt. Zo komt 'dribbelen' niet van 'dribben' en 'babbelen' niet van 'babben'.
Maar: een werkwoord dat op '-elen' of '-eren' eindigt, kan soms ook zijn ontstaan doordat het bijvoorbeeld bij een zelfstandig naamwoord hoort dat op '-el' of '-er' eindigt, zoals: 'hameren' van 'hamer' komt (en dus niet van 'hamen') en 'beitelen' van 'beitel' komt (en dus niet van 'beiten'). Dan is het dus geen frequentatief. Denk bijvoorbeeld ook aan 'verslechteren', wat gewoon een vergrotende trap is van 'slecht', en wat dan ook geen frequentatief is. Daar moet je dus altijd wel even op letten.
Dit soort weetjes zijn heel handig om makkelijker te begrijpen hoe woorden in elkaar zitten. Misschien weet je zelf ook nog wel een paar voorbeelden van frequentatieven, er zijn er genoeg!
Gevoelswaarde
BeantwoordenVerwijderennaast de 'gewone' betekenis van herhaald handelen,kan je -ook 'een gevoel' gesuggereerd worden: haperen, bazelen stuntelen (< stunten) ,strompelen : onhandig bezig zijn
-vertroetelen knuffelen ,knabbelen , knutselen, kietelen : iets dat kleiner, lieflijker is
-vele verwijzen naar bewegingen : tuimelen,huppelen, trippelen, zwijmelen
-andere naar 'spreken': stamelen, stotteren,fluisteren, giechelen?
.HUMOR : onze bazen bazelen veel. ze luisteren goed : ze zijn erg luisterrijk,