Albert vroeg zich af waar de uitdrukking 'Oost-Indisch doof' vandaan komt. Dit wordt gezegd als iemand net doet alsof hij iets niet heeft gehoord, terwijl hij het eigenlijk wel heeft gehoord. Het is dus eigenlijk gewoon selectief luisteren. Waarom noemen we het zo?
Koloniaal verleden
De uitdrukking heeft te maken met het koloniale verleden van Nederland. Oost-Indië, beter bekend als Nederlands-Indië, was namelijk een paar honderd jaar een kolonie van Nederland. Er zijn echter drie theorieën hoe deze uitdrukking ontstaan is.
Beleefdheid
De uitdrukking 'Oost-Indisch doof' heeft mogelijk te maken met het feit dat het voor Indiërs onbeleefd was om 'nee' te zeggen volgens hun traditie (de 'adat'). Door net te doen alsof ze je niet hoorden, konden ze tijd winnen om te onderhandelen of gewoon om geen 'nee' te hoeven zeggen. Ook zouden de Indische vorsten zich bewust van de domme houden bij onderhandelingen met Nederland, om uitstel te winnen.
Traagheid
Er wordt ook wel beweerd dat arbeiders op de plantages bewust niet luisterden naar hun Nederlandse opdrachtgevers. Dit zou te wijten zijn aan 'hun natuurlijke traagheid door de hete luchtsgesteldheid', zoals vermeld wordt in het Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal uit 1858.
Test
De laatste verklaring stelt dat het 'Oost-Indisch doof' zijn niet sloeg op de Indiërs, maar op de Nederlanders zelf, en in het bijzonder de matrozen. Zo zouden zij bij thuiskomst uit Nederlands-Indië net doen alsof ze doof waren, om te testen of hun familie nog wel echt blij was om hun te zien. Ook zou er de uitdrukking 'Oost-Indisch arm' hebben bestaan, waarbij de matrozen net deden of ze arm waren.
Welke verklaring het bij het juiste eind heeft is moeilijk te zeggen. Misschien zit er in alle drie wel een kern van waarheid. Eén ding is zeker: het koloniale verleden laat ons nog steeds niet met rust, ook niet in de taal.