Aarz = aars
Het is misschien een raar idee, maar het 'aarz' in aarzelen komt van 'aars' (dus 'je achterste'). Er was vroeger een woord, 'aarzen', dat 'in de richting van de aars gaan' betekende, oftewel 'teruggaan'. Dat 'elen' is weer een frequentatief. De letterlijke betekenis van aarzelen is dus 'herhaaldelijk je achterste volgen'. Het woord werd oorspronkelijk dan ook gebruikt voor het terugtrekken van strijders op het slagveld die al vechtende terugweken en dus niet hun vijand de rug toe keerden.
Naar de betekenis 'twijfelen'
Oorspronkelijk gold voor 'aarzelen' alleen de betekenis 'achteruitgaan', of 'teruggaan'. Rond de 17e eeuw kwam ook de figuurlijke betekenis 'terugdeinzen' op, die sinds toen op de voorgrond is gekomen. 'Aarzelen' in figuurlijke zin betekent eigenlijk gewoon 'een stap achteruit doen op het moment dat je moet handelen', dus 'niet zeker weten of je iets moet doen en wat je dan moet doen', dus 'twijfelen'. En als je het zo ('een stap achteruit doen') definieert, zie je nog wel de betekenis van 'je aars volgen' terug.
Zoals ik al zei is het voor ons een woord wat net zo fatsoenlijk is als zoveel woorden. Maar toch is het grappig dat zelfs personen die over het algemeen deftig praten, zoals politici, vaak niet weten wat ze eigenlijk zeggen als ze 'aarzelen' zeggen. :)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten