Zout
Zoals namelijk te zien is aan het 'sal' in 'salaris', ging het hier over zout in plaats van geld. Het Latijnse 'sal' betekende letterlijk zout. Daarvan werd een bijvoeglijk naamwoord afgeleid: 'salarius', oftewel 'het zout betreffende'. Van dat bijvoeglijk naamwoord is nog een zelfstandig naamwoord gemaakt: 'salarium', dat de betekenis 'het rantsoen zout dat aan de soldaten werd uitgedeeld' had. Zout was namelijk vroeger een heel kostbaar iets (in tegenstelling tot nu), waarmee soldaten betaald werden.
Uitbetaling
Het zout dat de soldaten kregen ruilden ze natuurlijk alsnog in voor geld, dus zo heeft het toch al wel iets met financiƫn te maken. Later werd het woord ook gebruikt voor uitkeringen die niets met zout te maken hebben en zo komen we tot onze betekenis: loon. Gelukkig maar, want ik zie nu toch liever geld binnenkomen dan een grote zak met zout. :)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten